In gesprek met…

…Eva Siedenburg

In voorbereiding op het event ‘De Expeditie’ gaat Lijn1 in gesprek met een aantal inspirators, voorlopers, jouw collega’s in de regio, die een trekkersrol hebben in (voorbeeld)projecten, die anticiperen op de verandering, nog niet altijd precies wetend waar het naar toe moet, wel ervan overtuigd zijnde dat het anders moet……

Vandaag Eva Siedenburg, apotheker in Bohemenwijk/Vruchtenbuurt en Loosduinen, wij spraken haar in restaurant Het Gouden Kalf aan de 2de Scheveningse binnenhaven.

Wat heb jij met water?

“Ik ben dol op water. Op het water voel ik me gelukkig. Ik heb een sloep, waar ik mee ga varen, als het weer het toelaat. Dat is goed voor de ontspanning, maar het doet meer voor me. Water inspireert me, water is altijd in beweging. Op het water voel ik me vrij, raak ik los van de dagelijkse beslommeringen. Ik kan er de knop omdraaien, mijn hoofd leegmaken, waardoor er ruimte komt voor nieuwe ideeën. Op of aan het water wordt mijn creativiteit gestimuleerd.”

Ben jij een creatief denker?

“Ik kan creatief en innovatief denken, kijkend naar de markt, ook in het buitenland. Met de ervaringen die ik in Duitsland heb opgedaan heb ik hier in 1984 mijn eerste apotheek overgenomen. Daarbij had ik zeer uitgesproken ideeën. Ik wilde het klantgerichter. Anders dan hier in Nederland, waar de klant voor mijn gevoel blij moest zijn dat hij medicijnen kon krijgen, vond men in Duitsland toen al de klant erg belangrijk. Dat was uiteraard ook ingegeven door de enorme concurrentie (apotheken in Duitsland verkopen ook de drogistartikelen en dat maakt vaak 40%-60% van omzet uit).”

Wat heb je gedaan met je klantgerichte ideeën?

“Ik ben destijds begonnen met het ‘assortiment’ uit te breiden met vrij verkrijgbare producten, zelfmedicatie. Wat ik daarmee beoogde was gemakkelijker in gesprek te komen met de klant, de drempel te verlagen. Daarmee konden we ook beter adviseren.

Daarnaast heb ik mijn apotheek drastisch verbouwd, met als uitgangspunt: de klant moet kunnen zien wat er gebeurt in de apotheek. Dus ik heb mijn apotheek letterlijk open gegooid: de hoge kasten en gesloten deuren, de geheimzinnigheid, maakten plaats voor open ruimtes met lage balies. Voor de klant een veel prettiger omgeving, hij ervaart het wachten ook anders als hij ziet wat in de apotheek gebeurt.

Vanaf het begin heb ik veel aandacht gehad voor kwaliteit en professionaliteit. Dat vind ik erg belangrijk in ons beroep. Je zaken op orde hebben. Ik was een van de eerste apotheken in Nederland die HKZ-gecertificeerd was (in 2000).

En ten slotte ben ik al snel contacten gaan leggen met de huisartsen. Ik vond en vind de samenwerking met huisartsen belangrijk en zinvol, maar vooral geeft het elke keer weer een heel goed gevoel om zo samen bezig te zijn, het gevoel van weten waarvoor je het allemaal doet: een optimale behandeling van onze patiënten. In mijn werkgebied heb ik het FTO (Farmacotherapieoverleg met huisartsen en apothekers uit onze wijk) opgezet, nu alweer bijna 20 jaar geleden.”

Klinkt aardig revolutionair

“Voor die tijd waren sommige van mijn ideeën binnen mijn beroepsgroep inderdaad enigszins revolutionair. Ideeën, die werden opgepakt, er werd over gepubliceerd in vakbladen en ik werd uitgenodigd om te komen praten. En zo werd ik steeds bekender.

Leuk om te vermelden is dat ik jaren na mijn afstuderen op mijn eigen universiteit in Bonn mocht komen vertellen over mijn gedachtegoed en ideeën aan een nieuwe generatie farmaciestudenten.”

Je hebt een aardige drive!

“Ik heb een gedrevenheid die ik niet helemaal kan verklaren, anders dan dat ik altijd zie dat dingen anders, beter kunnen. Ik wil goed zijn in mijn vakgebied, het optimale bereiken. Ik maak bewust tijd vrij om daar over na te denken. Mijn nieuwsgierigheid naar anders en nieuw helpt natuurlijk ook een handje. En ik zie overal kansen. Geld is zeker niet mijn belangrijkste motivator bij de dingen die ik onderneem, ook al ziet mijn omgeving dat vaak anders.

Het lukt me ook om dingen in beweging te krijgen, dat zie ik niet alleen in mijn apotheken, maar ook in de Pharmacomraad en bij de KNMP. Mensen kunnen nog wel eens moeite hebben met veranderingen en veranderen, ik niet. Wanneer ik zie en vind dat iets niet goed gaat, beter kan, initieer ik het gesprek en schuw daarbij niet de confrontatie.”

Ben jij een trendsetter?

“Noem het een voorloper. Mijn ideeën over klantbenadering en kwaliteit zijn door de beroepsgroep omarmd. Praktisch alle apotheken in Nederland zijn nu zo ingericht als die van mij. En anno 2016 is ca. 70 tot 80% van de 1900 apotheken gecertificeerd.

Voorlopers moeten er zijn, anders beweegt er niets in de wereld. Gelukkig zijn er altijd groepen mensen, die een beweging in gang zetten. Je hebt 10% koplopers, 20% die nooit in beweging zal komen, en 70% middenmoot.

Als voorloper geloof ik in eigen kracht. Ontwikkelingen gaan in deze tijd heel snel en het helpt als je afstand kunt nemen, niet bij de pakken neer gaat zitten maar bedenkt wat er moet gebeuren en in de bedreigingen ook de kansen ziet.”

Hoe moet het met die 90% niet-voorlopers?

“Als je geen voorloper bent, ga je pas om als het niet anders kan. Door de vele wet- en regelgeving, komen veel eerstelijns professionals, niet meer zelf toe aan ontwikkeling, innovatie en verbetering. Daarbij komt dat veel professionals zelf geen ondernemer zijn en ook niet willen zijn. Zij willen er zijn voor de patiënt, willen geen gedoe en gezeur er omheen.

Toch wil juist ook de niet-voorlopers in beweging krijgen. Dat is niet gemakkelijk, zeker gezien de hoge druk die ligt op de professional, de eisen die gesteld worden vandaag de dag door overheid, verzekeraars en last but not least de Inspectie.

Ik vind jullie initiatief voor het event dan ook goed en dapper tegelijk”.

Het klinkt allemaal alsof het altijd geweldig gaat. Gaat er dan nooit iets mis?

“Ook voorlopers kennen tegenslag. Toen ik in 2001 samen met mijn collega/compagnon de tweede apotheek overnam, wilden wij hetzelfde concept neerzetten als in mijn eerste apotheek. Het toen zittende personeel voelde zich niet senang bij onze ideeën en aanpak, de ene na de andere medewerker vertrok. Ik herinner me heel goed menig slapeloze nacht. Uiteindelijk heeft het zeker 3 tot 5 jaar geduurd voordat de zaak weer helemaal stond.

Ik ben een “Stehaufmännchen”, een tuimelaar, ik kom altijd weer boven. Dat is een karaktertrek van me. Ik blijf geloven in het succes en houd visie en koers.

Ik ben ook van de discipline, van besluiten nemen en gemaakte afspraken nakomen. Dat zit wellicht ook in de Duitse cultuur. Als je niet zo bent opgevoed, is dat moeilijker misschien. De Nederlander houdt iets meer van het “polderen” en de lieve vrede bewaren. Maar als je te lang wacht met het nemen van beslissingen, dan kan dat ook gaan wringen. Neem het zorgstelsel als voorbeeld. We staan voor grote veranderingen, omdat het allemaal niet meer kan zoals het ging, en dat hakt erin. Maar je kunt professionals niet helemaal verwijten dat ze moeite hebben met ondernemer- en leiderschap. Tegelijkertijd is het zaak dat ze meer gaan anticiperen. Deze tijd vraagt daarom.

Velen kiezen dan nu ook of hebben al gekozen voor het aansluiten bij een keten, van waaruit centraal het management wordt aangestuurd en vele bedrijfsactiviteiten worden ondersteund.”

Weet jij met jouw visie en drive ook anderen te inspireren?

“Dat probeer ik wel. Ik herinner mensen aan wat je nodig hebt om succesvol te zijn. Zoals een goede organisatie, met mensen met de juiste kwaliteiten op de juiste plek. Regel de ondersteuning die je nodig hebt. Schaaf je eigen competenties bij, wanneer dat nodig is. En bovenal: geef het goede voorbeeld! Jouw personeel spiegelt zich aan de leiding binnen het bedrijf.

Ik laat me ook graag inspireren door anderen. Ik hou ervan om gesprekken te voeren met mensen, die een verhaal hebben. Op dit moment heb ik het idee opgevat om een apothekersclubje op te richten met innovatieve collegae uit het hele land. Regelmatig elkaar spreken en zien, het delen van ervaringen en samen nadenken over hoe het anders, nog beter kan en over de toekomst van de farmacie en de rol van de apotheker. Dat is de insteek. Daarbij moeten we nog meer leren te denken vanuit de klant, wat die wil en hoe die denkt. Op dit moment denk ik na over de mogelijkheid om over te gaan tot een ploegendienst in een van mijn apotheken, zodat ik ook in de avonduren langer open kan zijn.

Een perfecte dag voor mij is een dag met een aantal goede gesprekken met ruimte voor inspiratie en creativiteit en respect.”

 Je lijkt me iemand voor een sociale denktank

“Ja. Misschien wel. Maar dan wel een denktank met mensen die ook zelf de gedrevenheid hebben om te willen nadenken over hoe het allemaal verder moet. Mensen met een visie, en dan bij voorkeur niet alleen maar op zorg, maar ook op andere onderwerpen in onze samenleving zoals de ouder wordende mens en zijn leefomgeving.

En dan het liefst met mensen die een verhaal hebben en ertoe doen. Politici en zorgverzekeraars inbegrepen.

Belangrijk is wel dat het vrijdenkers zijn, die niet belemmerd worden door hun functie of belangen.”

Wat wil je nog bereiken?

“Ik denk veel na over hoe het verder moet in de zorg. Vroeger zag de samenleving er anders uit: ouders, kinderen en grootouders zorgden meer voor elkaar, dat kon ook, want men woonde dichter bij elkaar. Tegenwoordig wonen kinderen veelal ver van huis, en ook veel meer vrouwen nemen deel aan het arbeidsproces. Voeg daarbij de toenemende vergrijzing en de noodzakelijke bezuinigingen, die leiden tot langer thuis wonen, dan weet je dat de zorg anders moet worden georganiseerd. Dat is een verantwoordelijkheid voor iedereen. Daarover moeten we met z’n allen gaan nadenken, zorg- en hulpverleners samen met de informele zorg en de cliënt zelf. Samen nadenken over hoe het beter kan in de wijk waarin we wonen en werken.

Want het troosteloos laten wegkwijnen van mensen, dat kan niet. Eenzaamheid is in de wijken waar ik werk een groot probleem, vooral omdat er veel ouderen wonen.

Ik vind het belangrijk dat we meer verantwoordelijkheidsgevoel creëren voor onze medemens in de buurt, dus op kleinere schaal. In dorpen zie je dat nog wel, mensen zijn er samen opgegroeid, daar is nog sprake van een community. In een stad ligt dat anders, moet je dat meer organiseren. Proberen een stevig netwerk neer te zetten, waarbinnen welbevinden, zorg- en hulpverlening worden geborgd. Hiervoor is meer samenhang en samenwerking tussen zorgprofessionals en medewerkers in de zorg nodig. Kwetsbare groepen patiënten kunnen zo sneller worden opgespoord en er ontstaat verbetering in de kwaliteit van zorg. Samenwerken betekent elkaar leren kennen en kennis nemen van elkaars activiteiten en expertise.

In Den Haag Zuidwest hebben wij (de samenwerkende zorgverleners van het Akelei Centrum) de eerste stappen hiervoor gezet met het opstarten van het project “Wijk aan Zet”. Preventie, behandeling en verzorging in samenwerking met elkaar organiseren voor onze patiënten en buurtbewoners wordt steeds belangrijker. Met dit project willen wij hier invulling aan geven.”

Welke meerwaarde heeft Lijn1 voor jou in “Wijk aan Zet”?

“Lijn1 ondersteunt dit project als sparringpartner, zet de boel op scherp door het stellen van kritische vragen, adviseert en begeleidt bij het maken van bewuste keuzes, daar waar het gaat om onze dromen zoals ik die juist geschetst heb te realiseren. Keuzes ten aanzien van het organiseren van de samenwerking, het delen van expertise en het leren kijken naar onze veranderende rol als professional. Ik ben ervan overtuigd dat we gezamenlijk iets kunnen bereiken en ik zet me hier graag voor in.”

First they ignore you,
Then they laugh at you
Then they fight you
Then you win

Mahatma Ghandi

 

28 april 2016 | door Kim Schoenmaker | Zoektermen: , , , ,

Door onze website te gebruiken gaat u akkoord met ons cookie- en privacybeleid

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close