
In gesprek met…
Loïse Jacz
In voorbereiding op het wijkevent ‘Welkom in de Jungle’ gaat Lijn1 in gesprek met een aantal inspirators, voorlopers, jouw collega’s in de regio, die een trekkersrol hebben in (voorbeeld)projecten, die anticiperen op de verandering, nog niet altijd precies wetend waar het naar toe moet, wel ervan overtuigd zijnde dat het anders moet……
Vandaag Loïse Jacz, huisarts in Loosduinen.
Je bent opgeleid als tropenarts?
“Ja, ik heb eerst in Australië gewerkt als tropendokter en daarna in Suriname als arts-consultant. Een buitenlandervaring geeft een verrijking en relativering aan de uitoefening van je vak.”
Wat heb je precies gedaan in Suriname?
“In opdracht van de Ministery of Health in Paramaribo heb ik als arts consultant meegewerkt aan de “strengthening of Preventive and Primary Health Care Services. Ik onderzocht de kosteneffectiviteit van het wel of niet uitbreiden van hun vaccinatie-programma. Bepaalde vaccins, zoals het HPV-vaccin, werden niet in het basisvaccinatieprogramma opgenomen. Het advies was dat in zo’n geval de focus met name op de voorlichting en de screening moet komen te liggen. Verder werkte ik samen met de huisartsen de protocollen diabetes, CVRM en astma verder uit.”
Als je met zijn allen iets wilt bereiken, hoe steek je dan in?
“Ik probeer te laveren en kijken wat haalbaar is. Je moet mensen meekrijgen, overtuigen en motiveren. Dat moet de uitdaging zijn.”
Na Suriname weer terug naar Nederland?
“Ja. Toen ik me weer echt in Nederland settelde, koos ik voor huisarts. Maar altijd met in mijn achterhoofd het idee om de opgedane kennis van de masters of puplic health een keer in te zetten op populatieniveau. Daarom vind ik het project ‘Beter Thuis’ nu zo leuk. Vijf jaar geleden zijn we met deze praktijk begonnen. Dat is druk. Ik heb een gezin met drie kinderen. Nu kwam dit project op mijn pad. En ik ben EKC’er geworden omdat werken aan verbetering van kwaliteit van zorg ook mijn interesse heeft. Er gaat namelijk nog veel onnodig mis in de zorg!”
Wat doet een EKC´er?
“Als Erkend Kwaliteitsconsulent realiseer je in ieder geval voor je huisartsengroep nascholingen. Dat kan op kleinere schaal en met andere disciplines samen, in intervisie of farmacotherapeutisch overleg (FTO). Je krijgt er nascholingspunten voor. In het FTO met huisartsen en apothekers verschillende onderwerpen bespreken, zo gaat het al jaren. Dit jaar is dat uitgebreid naar een multidisciplinair toetsend overleg.”
Vertel eens wat meer over het project ‘Beter Thuis’?
“Doel van het project is de kwetsbare populatie, waaronder de ouderen, langer en beter thuis te houden. Bijvoorbeeld wanneer ze terugkomen uit het ziekenhuis. Dat er niets escaleert en de zorg goed geregeld is.
Binnen het project worden op 5 verschillende thema’s MDO’s (Multidisciplinair Overleg) gehouden. We gaan elk thema heel sterk uitdiepen. Per themagroep hebben we dit jaar 6 MDO’s gepland staan. Dus in 6 keer gaan we het met één groep alleen hebben over één specifiek thema, bijvoorbeeld valpreventie. In elke themagroep zijn alle disciplines vertegenwoordigd: twee huisartsen, een casemanager, fysiotherapeut, apotheker, ouderenconsulent, noem maar op. Dus 40 professionals in totaal buigen zich over vijf thema’s: valpreventie, polyfarmacie, eenzaamheid, geheugenproblematiek en ondervoeding. Die diepen we in die multidisciplinaire overleggen helemaal uit. Elke groep maakt een richtlijn voor zijn thema. Uiteindelijk komen er 6 richtlijnen uit. Geen hele boekwerken, maar concrete acties.
Wat er zo goed aan is, is de efficiëntie. Het kost veel tijd en mankracht om een MDO te plannen voor één patiënt. Het idee is dat we de gemaakte afspraken kunnen toepassen op de hele kwetsbare populatie ouderen van Loosduinen. En omdat iedereen elkaar kent, kun je met elkaar de puntjes op de i zetten ten aanzien van het inzetten van zorg. Als je de richtlijnen al klaar hebt, kan dat zoveel sneller gaan!
En verder maken we op deze manier optimaal gebruik van elkaars expertise. Zo kwam een consulent ouderenzorg uit de themagroep Eenzaamheid met een online test om eenzaamheid te scoren, dat blijkt een fantastische toolkit, waar ik als huisarts van het bestaan niet afwist.”
Je gaat je inderdaad verdiepen, doordat je met zijn allen kennis op dat gebied deelt.
“Het gaat verder dan dat. Want wat kan zij, als consulent ouderenzorg, voor eenzame mensen doen? Zij vertelde over diverse activiteiten in de wijk. Ik verwijs mensen voortaan dus naar haar door. Mensen krijgen een beter antwoord en mij bespaart het tijd, doordat ik gebruik maak van een andere expertise.”
En dan moet dat straks een uitwerking krijgen in een richtlijn?
“Ja. Vooralsnog voor Loosduinen. Datzelfde project kan natuurlijk straks ook in andere wijken uitgevoerd worden.
Wat heel belangrijk is in dit project is goed weten wat de oudere populatie zelf nu eigenlijk wil. We kunnen wel richtlijnen opstellen, maar willen ook graag weten of de ouderen die bemoeienissen wel willen. Dat gaan we aan mensen vragen. We gaan ze met een brief informeren over het project dat we in Loosduinen doen. Het is de bedoeling dat elk groepje een vraag bedenkt om aan ouderen te stellen. Bijvoorbeeld aan een alleenstaande: Zou u het prettig vinden als een maatschappelijk werker contact met u opneemt over wat er allemaal te doen is in de wijk? Als vrijwel iedereen nee zegt, dan hoef je dat ook niet te gaan organiseren.”
Hoe hebben jullie de mensen bij elkaar gekregen?
“Primair door bekenden te benaderen. Je moet beginnen waar energie zit, die mensen hebben we benaderd. Ik vind het heel gaaf dat nu de HAGRO (Huisartsengroep) mee is, want anders hadden we dit niet kunnen doen. Je moet het wel met elkaar doen. De meeste collega’s zijn nu heel enthousiast. Terwijl ze zich in het begin afvroegen ´Moeten we dan de hele tijd over alleen valpreventie praten?´ Ja, want dan kom je tot verdieping. En zeker met die andere disciplines erbij. Al met al heeft het een jaar geduurd om iedereen over de streep te krijgen. Lijn1 heeft daarin enorm ondersteund.”
Wat vind je de meerwaarde van Lijn1 in dit project?
“Lijn1 is een belangrijke sparringpartner voor ons. Lijn1 heeft sowieso de positie van de kwetsbaren van Loosduinen op de agenda gezet. Zonder Lijn1 weet ik niet of we dit project van de grond hadden gekregen. Ze zijn behalve aanjager ook ondersteunend geweest op veel fronten, dat was echt een eye-opener voor mij. De ondersteuning bij de totstandkoming van de communicatie tussen professionals binnen de wijk was met name zeer waardevol.”
Ik wil je nog wat vragen met betrekking tot de ontwikkelingen in de zorg. Er zijn huisartsen die als solist dokteren. Vind jij dat dat nog kan?
‘Ja, mits je de praktijk klein houdt. Wij nemen geen nieuwe patiënten meer aan. Omdat het anders gewoon echt veel te druk wordt. Daarmee snijd je jezelf wel in je vingers, omdat je minder inkomsten hebt, terwijl je het door al die ouderen drukker krijgt. Dat is scheef met praktijken in veel jongere wijken en meer cliënten.”
En als je het betrekt op de toenemende vergrijzing en chronische zorg?
“Vroeger deden de huisartsen alles zelf, diabeteszorg, CVRM, noem maar op. Tijdrovend. En het feit dat er in 2020 al 3 miljoen 65 plussers zijn geeft aan dat we als huisartsen voorbereid moeten zijn. Nu zijn er de zorgpaden voor de chronische aandoeningen, gecontracteerd via de zorggroep, waarbij een belangrijke controletaak ligt bij de praktijkondersteuner. Dat geeft ruimte aan de huisarts. Tegelijkertijd zijn we nu nog met zijn allen aan het kijken naar de echte toegevoegde waarde van deze constructie. Daar is nog niet echt een antwoord op.”
Heeft dat je het zo druk hebt met al die oudere patiënten meegespeeld om het project ‘Beter Thuis’ op te zetten?
“Zeker, we zijn als huisarts enorm veel zelf aan het regelen. Door het ‘Beter Thuis’ project leren de disciplines elkaar onderling steeds beter kennen, waardoor we hopelijk effectief gebruik van elkaar kunnen maken. Zo kunnen de huisartsen meer tijd krijgen om zich meer te verdiepen in de “moeilijke” medische patiënt. De niet medische regelzaken kunnen worden opgepakt worden door de andere professionals in de wijk. Ik denk echt dat dat een enorme winst is. Voorwaarde is dat elke discipline goed omgaat met de overdracht van de gemaakte afspraken in het project. We moeten nog bekijken hoe we dat precies gaan vormgeven.”
Hoe zie jij de zorg over vijf of tien jaar?
“Bij de huisarts zie je nu al de kaderhuisartsen, met een zekere specialisatie, waar nu nog te weinig gebruik van wordt gemaakt. Dat gebeurt gelukkig wel steeds meer en meer. De verzekeraars kunnen hierin wel wat stimuleren. En hopelijk heeft iedereen over 5 tot 10 jaar een eigen medisch ‘digitaal paspoort’ in bezit.”
Is de toenemende druk op de huisartsenvoorziening door de vergrijzing opgelost met die specialisaties? Of moet daar meer voor gebeuren?
“Ik denk dat een praktijkondersteuner ouderen of een nauwe samenwerking met specialist ouderenzorg in de wijk helpt. Je hebt dan een poh als specialist voor de chronische aandoeningen als diabetes en COPD en een poh als specialist voor de ouderen. We zijn wel nog op zoek op welke manier die poh bijvoorbeeld HAGRO-breed ingezet kan worden om de kwaliteit van ouderenzorg daadwerkelijk te verbeteren. Daar komen de richtlijnen, die we nu ontwikkelen dan weer om de hoek kijken.”